donderdag 6 augustus 2009

Plannen

Las net de biografie van Paul Rodenko uit. Misschien is het een wat licht boek, maar het is een biografie die niet meer vertelt dan nodig is. Dat alleen is een zeldzaamheid in biografenland en daarom prijzenswaardig. Ik las het boek natuurlijk vanuit het perspectief van de Mulisch-studie. De vroege Mulisch is zeer door Rodenko beïnvloed en dat merk je wel. De combinatie van psychoanalyse, mythologie en modern literair experiment is markant. Het moet voor Mulisch destijds teleurstellend geweest zijn dat Rodenko hem min of meer links liet liggen.

Deze leeservaring maakte me ook schrijflustig. Ik zou ook wel eens een bundel willen maken met stukken over losse auteurs, misschien voorgepubliceerd in NY of eventueel in De Revisor. Komend jaar zou ik willen schrijven over figuren als Rodenko, Lucebert, Nooteboom, Claus, Hermans, misschien Polet en Ten Berge. Autonomisten met een vurig engagement. Over die combinatie valt veel te zeggen. Hoe koppelden ze die noties? Hoe kun je de laatste generatie zijn die zo in literatuur gelooft die tegelijk de deur open zet naar een commerciele beweging naar de actualiteit die uiteindelijk het hele literaire systeem ondermijnt?

Het blijft me bezighouden, die eigenaardige omslag vanaf de jaren zeventig waarin de schrijver verandert van maatschappelijke onruststoker (Rodenko, Hermans) in een zeer hooggeachte publieke figuur (Reve, Mulisch) tot een geaccepteerde, maar niet meer volledig serieus genomen paria(Komrij, Bouazza). Het gekke vind ik dat het niet alleen gaat om keuzes van auteurs, maar dat ook het maatschappelijk contract tussen schrijver en publiek zo anders is gaan werken. Hoe dan ook, dit probleem verdient een boek dat het probleem dieper in de ogen kijkt dan De revanche van de roman van Thomas Vaessens. We zullen zien of het er van komt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten