donderdag 30 juli 2009

vakantie als leegte

Vakantie is in zekere zin in de spiegel kijken. Een paar weken per jaar heb je de gelegenheid om te doen wat je zelf het liefste doet. Er is geen werk dat je acties dicteert, noch een dwingende agenda vol afspraken en plannen. Maar wat doe je dan? Wat betekent het wanneer je een week lang niets liever blijkt te willen dan slapen? Rustig in de zon zitten om daarna niets te hoeven doen?

Voor mij betekent vakantie meer en meer mezelf leeg maken. Het klinkt misschien wat overdreven, maar het lijkt op een mystiek proces van ontlediging. De eerste dagen heb ik de grootste moeite om niet naar het stiekem meegesmokkelde werk te grijpen. Nog even een hoofdstukje Mulisch nalezen. Ook het andere lezen staat dan nog in opdracht van. Het lukt uiteindelijk pas om hiervan los te komen na dagen van absolute lethargie: dagen waarin helemaal niets zou moeten gebeuren. Je staat op zonder een vast omlijnd plan van wat je de komende dag gaat doen. Als is mogelijk. Je bent bezig jezelf te leren om niet nuttig te zijn.

Pas als ik daar doorheen begint het opbouwen van een nieuw leven. Een ander, comfortabel dag en nachtritme. Lezen zonder doel: belangeloze kunstervaring zoals het door Kant bedoeld is. In staat zijn om een half uur voor je uit te kijken. Ik merk zelfs dat ik langzamer ga lopen, niet meer dat haastige rennen omdat alles op tijd moet. Vakantie is niets anders dan keihard op de rem trappen, drie weken in de pauzestand. En dat alles om het de rest van het jaar vol te houden: het rennen, stressen, en naar deadlines happen. Geen wonder dat ik me niets kan voorstellen bij actieve vakanties. Wanneer moet een mens dan ontledigen?